We leren het juiste gedrag aan dat we in de verschillende ruimtes van onze school willen zien van de leerlingen en de kinderen worden hiervoor beloond. De beloningen worden binnen 6 weken na het aanleren van een nieuw onderdeel afgebouwd en hierna is het gedrag van minstens 80%-90% van de leerlingen ook daadwerkelijk zoals we dat wensen te zien.
De 10%-20% van de kinderen waarbij het toch nog lastig is om dat goede gedrag te laten zien, begeleiden we via een aantal speciale stappen om zo alsnog bij dat goede gedrag uit te komen.
Natuurlijk hanteren we ook consequenties voor momenten waarop het gedrag niet positief is.
Dit doen we volgens de SWITCH-methode. De SWITCH-methode gaat uit van nieuwe kansen en het leren van fouten. Elke leerling heeft in zijn klas een naamkaartje op het bord hangen in een groen kader. Zodra het gedrag niet positief is en er wordt een waarschuwing uitgesproken, dan schuift de naam naar een geel kader. Lukt het erna weer om positief gedrag te laten zien, dan schuift de naam terug naar groen. Lukt het niet? Dan schuift de naam naar rood en gaat de leerling nadenken over zijn gedrag op de nadenkstoel/time-out plek. Bij een tweede keer rood is dit in een andere klas.
Voor de SWITCH-methode hanteren we een duidelijk stroomschema, waardoor heel duidelijk is voor de kinderen waar ze aan toe zijn en er geen discussies kunnen ontstaan over wel of geen consequentie.